Reizen met een borduurraam is niet altijd makkelijk — zeker niet als je moet vliegen. Toen ik vorig jaar in Hampton Court was, zag ik een medecursist aankomen met een auto vol appliqué-materialen.
That sight immediately made me wonder how I would manage. Living in the Netherlands means my choices are train or plane. In the past, I’ve taken the train when staying longer (two weeks or more). But this time, I was only going for two days, so flying with KLM seemed more practical — even if luggage restrictions made me slightly anxious.
De reisuitdaging: mijn borduurraam
Het belangrijkste dat mee moest, was natuurlijk mijn borduurraam. Mijn appliqué-stuk is vrij groot, dus ik gebruik het grootste raam dat er is. Helaas zijn de KLM bagageregels maximaal : hoogte + breedte + diepte = 158 cm. Mijn raam kwam uit op 184 cm — officieel te groot dus. Mijn oplossing? Een deel van de stof oprollen (zoals ik eerder deed), maar één gedeelte plat laten. Om de geborduurde delen te beschermen, gebruikte ik een kartonnetje als ondersteuning. Zo bleef het raam wel de volle breedte houden, maar slechts de halve hoogte. Ik had er zelfs een speciaal reistasje voor gemaakt. Omdat ik op donderdagavond direct vanaf mijn werk in Amsterdam naar Schiphol ging, moest ook mijn laptop mee, plus kleding en toiletspullen. Met alle extra stoffen en materialen besloot ik om extra bagage bij te boeken. Ik was eerlijk gezegd best nerveus. Zou het raam geweigerd worden? Of nog erger: in het ruim belanden en geplet worden door koffers? Gelukkig ging het probleemloos! Buiten de standaard veiligheidscheck stelde niemand er vragen over.
Hampton Court
De sfeer in Hampton Court is altijd betoverend. Dit eeuwenoude paleis, met zijn houtvuurlucht, versleten klinkerpaden en prachtige tuinen, voelt alsof je een andere wereld instapt. Twee dagen borduren in zo’n omgeving, samen met gelijkgestemden die allemaal geconcentreerd bezig zijn met hun project, is voor mij de ultieme creatieve mini-vakantie.
Borduurvoortgang sinds de vorige les
Voor vertrek had ik gelukkig al het meeste “huiswerk” van de vorige keer afgerond.
- Gras: Geborduurd met korte steken achterin voor de verte en langere vooraan voor diepte. Het effect werkt mooi; misschien trim ik het nog iets om het perspectief te versterken.
- Paddenstoelen: De randen zijn klaar, al was ik nog zoekende naar hoe ik de lamellen het beste kon aanpakken.
- Het theekopje van de kat: Zo’n klein detail, maar met verrassend veel lagen. Vooral de zijde-metallische organza die het gemorste theewater uitbeeldt vind ik prachtig — het vangt het licht geweldig.
Er zijn nog dingen die ik wil verfijnen:
- De organza rafelt aan de rand; misschien werkt een omgeslagen rand beter.
- De duim en onderkant van de hand maakte ik als apart slipje, maar de rare vorm maakt dat de randjes minder strak zijn. Misschien borduur ik de hand de volgende keer direct in.
Next Steps: The Cat’s Body
Het kattenlijf is nog niet helemaal uitgewerkt. Door alle opvulling past het originele ontwerp niet meer, dus ik heb extra stof nodig. Ik denk aan een kleine mal van zijdepapier (zoals traditioneel wordt gedaan), al wil ik het ook even testen met katoenen restjes.
Tijdens de les: feedback en ideeën
Ik kwam met een flinke vragenlijst, maar de feedback was gelukkig positief en praktisch.
- Het gras was helemaal goedgekeurd.
- Mijn festonsteek mocht blijven zitten — de extra textuur noemen we gewoon “intentie” 😉.
- We bekeken samen alle stoffen. Online les is leuk, maar niets kan vervangen dat een docent de stof zelf voelt en beoordeelt. De meeste keuzes waren prima. Alleen een glibberige paarse zijde viel af: de stipjes die ik ermee wilde maken zijn simpelweg te klein.
- Voor het theekopje waren de suggesties klein en vooral detailwerk.
De meeste tijd ging echter naar de paddenstoelen, en vooral hoe ik het lamellen-effect kon bereiken. Een docent stelde voor om de hele hoed als één vorm op te vullen (met verschillende hoogtes), in plaats van de hoed en de lamellen apart. Dat haalde meteen de blokkade in mijn hoofd weg: ik zat vast omdat ik geen nette aansluiting kreeg tussen die twee delen.
Ik probeerde het meteen in de klas met tapijtvilt. Ja, het pluist wat, maar het is veel beter kneedbaar dan dikker vilt. Ik vond het fijn werken en nam meteen twee grote stukken mee naar huis.
Voor de lamellen zelf kreeg ik de tip om organza of netstof te gebruiken, zodat licht en donker vanzelf ontstaan in de plooien. Zelfs met een stukje net uit de RSN-scrapbox zag je het effect al. Het wordt nog oefenen om de plooien goed te plaatsen, maar de methode werkt.
Wat nu?
Omdat mijn werk tot nu toe werd goedgekeurd, kan ik nu echt gaan beginnen met opvullen. Dat betekent: heel veel paddenstoelen opbouwen als huiswerk, en daarna de achterste exemplaren afwerken.
En — heel spannend — misschien kan ik zelfs al beginnen met enkele onderdelen van de kat!