Na het afronden van mijn Jacobean Crewelwork-stuk volgde de volgende stap: mounting.
Deze techniek heeft eigenlijk weinig te maken met het borduren zelf, maar alles met het voorbereiden van een werkstuk om het mooi in te lijsten. Aan de ene kant zie ik de waarde ervan – een stuk dat strak gemonteerd en ingelijst is, komt veel beter tot zijn recht dan wanneer het opgevouwen in een la blijft liggen. Maar eerlijk gezegd… wát een proces was dat.
Het monteren gaf me meer uitdaging en frustratie dan welke andere stap ook. Uiteindelijk is het gelukt (laten we het er niet te veel over hebben hoe netjes het precies ging 😉), maar het vooruitzicht om dit bij elk volgend modulewerk weer te moeten doen was bepaald niet aantrekkelijk.
Mounting turned out to be far more challenging (and frustrating) than I had expected. It has very little to do with the act of stitching itself, and everything to do with making the piece ready for framing. On the one hand, I completely understand the value — a beautifully mounted embroidery looks so much better hanging on a wall than folded away in a drawer. But in practice? Let’s just say it was not my favourite part of the process.
It took patience, precision, and a fair bit of trial and error to get the fabric stretched and fixed properly. While I did manage to complete it in the end, the thought of repeating this step for every upcoming module wasn’t exactly appealing.

De Eindbeoordeling
Elke RSN-module wordt formeel beoordeeld. Je krijgt cijfers in vier categorieën: eerste indruk, ontwerp, steken en monteren. Binnen die categorieën wordt er gekeken naar allerlei details. Zoals verwacht was monteren mijn zwakste punt.
Samnvatting van mijn feedback:
- Eerste indruk – 20/25 Over het algemeen was het werk netjes en goed gepresenteerd. Er waren een paar kleine oneffenheden in de stof en een paar verfstrepen zichtbaar, maar verder was de afwerking schoon en zonder zichtbare start- of eindsteken.
- Ontwerp – 42/45 Mijn ontwerp volgde duidelijk de traditionele Jacobean-stijl. De kleuren waren goed verdeeld en de balans tussen volle en open vlakken werkte mooi. Eén accentkleur (geel) was misschien wat te prominent, maar de algemene compositie en plaatsing van de vormen waren sterk.
- Steken – 117/135 De spanning in mijn steken was meestal goed, en veel technieken waren netjes uitgevoerd. Er waren wel wat puntjes van aandacht, zoals de consistentie in couchen en de vloeiende lijnen van bepaalde bladeren. Maar over het geheel genomen een goed technisch resultaat.
- Monteren – 28/40 Hier lag mijn grootste uitdaging. De stof had strakker gespannen moeten worden, de hoeken netter afgewerkt, en sommige steekjes regelmatiger geplaatst. Het was duidelijk dat dit nog veel oefening nodig heeft.
Toen ik de beoordeling kreeg, was ik onder de indruk van de kwaliteit en de nauwkeurigheid. Zelfs de kleinste details in mijn werk werden gezien en benoemd. Dat was confronterend, maar ook waardevol. Het maakte me duidelijk dat ik voor de volgende modules mijn lat hoger moest leggen. Een “eerste module”-coulance zou er voortaan niet meer zijn.
Belangrijkste inzichten
Jacobean Crewelwork heeft me geleerd:
- Hoe je binnen een strak kader toch creatief kunt blijven
- Dat geduld (en opnieuw borduren) gewoon bij het proces hoort
- Hoe belangrijk een consistente spanning en nette afwerking zijn
- Dat oog voor detail – tot in de kleinste hoekjes – essentieel is
Vooruitblik
Met Jacobean achter me ben ik klaar voor de volgende uitdaging: Blackwork borduurwerk. Een totaal andere techniek – geometrisch, monochroom en uiterst precies – maar minstens zo veeleisend. Ik ben benieuwd hoe dit contrast met de kleurrijke en organische wereld van Jacobean zich zal uitpakken!
Next up? Blackwork embroidery — an entirely different challenge. Where Jacobean is bold, colourful, and full of texture, Blackwork is precise, geometric, and monochrome. A whole new test of patience and accuracy!
